Uit onderzoek is gebleken dat Nederlanders het meest geschikt om autonoom rijden een kans te geven. Uit het rapport, de Automotive Disruption Radar, blijkt dat de structuur die in Nederland is opgezet en de interesse in autonoom rijden samen ervoor zorgen dat voertuigen die zelf kunnen rijden kans van slagen hebben.
Ontwikkelingen
De Automotive Disruption Radar onderzoekt hoe de vier grote ontwikkelingen die nu gaande zijn in de auto-industrie zijn weerslag gaan hebben op de wereld. Het gaat dan over digitalisering, elektrisch rijden, autonoom besturen en voertuig- en ritdelen. Het onderzoek werd voor het eerst gedaan maar zal voortaan ieder kwartaal verschijnen. Nederland heeft verhoudingsgewijs hoge verkoopcijfers voor elektrische voertuigen. Daarnaast heeft Nederland een goed oplaadnetwerk en is men sterk genteresseerd in zelfrijdende voertuigen. Dit alles gecombineerd met de bereidheid om in mobiliteit te investeren maakt Nederland koploper.
Cijfers
Uit het onderzoek kwamen een aantal duidelijke cijfers naar voren. Zo is 46 procent van de ondervraagde consumenten voornemens om geen auto meer te kopen als zelfrijdende taxi’s goedkoper zijn dan zelf rijden. In Eindhoven gaat dit jaar al een proef van start met zelfrijdende taxi’s. In Nederland zou het gaan om ongeveer 41 procent van de iets meer dan duizend ondervraagden. Ook is 37 procent van de consumenten wereldwijd voornemens om bij de volgende aankoop van een auto voor een elektrisch voertuig te kiezen.
Regelgeving
Het belangrijkste punt waarop Nederland succes heeft is het gebied van regelgeving. Volgens het onderzoek wordt in Nederland lering getrokken uit tests en dit direct doorgevoerd in de regelgeving. Dit uit zich onder meer in het aantal oplaadstations. In Nederland zijn gemiddeld de meeste stations per vierkante kilometer te vinden. In absolute aantallen is China weliswaar koploper, maar het land is vele malen groter dan Nederland. Op de vijf belangrijkste punten staat Nederland altijd in de top drie van landen waar de ontwikkeling het snelst gaat.
