De Alpine A390 gaat een stap verder dan het bekende A110-verhaal. Niet smaller, lichter of puristischer, maar juist breder inzetbaar: vijf zitplaatsen, een stevig accupakket en genoeg vermogen om in elk weertype vertrouwen te geven. Alpine probeert hiermee een nieuwe rol te claimen, ergens tussen sportieve EV’s en praktische familieauto’s in. De eerste indrukken wijzen erop dat dit geen marketingpraat is, maar een afwijkende interpretatie van wat een elektrische sportfastback kan zijn.
De A390 is een Alpine voor elke dag, zonder de sportieve aspiraties te verliezen
Wie de A390 beschouwt als een elektrisch vervolg op de A110 komt bedrogen uit. De auto mikt namelijk op een andere vorm van rijplezier: toegankelijk, voorspelbaar en bruikbaar voor elke dag. Dat maakt hem interessant voor een breder publiek, zeker omdat hij tussen twee belangrijke modellen in staat: onder de A110-opvolger die eraan komt, maar boven de compacte A290.
De leveringen starten eind 2025. In Frankrijk kost de GT € 67.500, de krachtigere GTS € 78.000. Voor Nederland komt er alleen de vaste (lage) BPM voor EV’s bij, waardoor de uiteindelijke prijsstelling vermoedelijk heel dicht bij die Franse bedragen blijft. Daarmee duikt Alpine precies in het segment waar ook de Ioniq 5 N, Model Y Performance en Macan Electric in opereren.
Drie motoren en torque vectoring
Onder de strakke carrosserie schuilt nog altijd het AmpR Medium-platform, maar Alpine heeft behoorlijk ingegrepen. De wielbasis is korter dan bij de Scenic, de spoorbreedte is gegroeid en de ophanging is grotendeels eigen ontwerp. Dat vormt het fundament voor de techniek waar Alpine het meest trots op is: een driemotorige aandrijflijn met een aparte elektromotor voor ieder achterwiel.
Daardoor kan de auto per wiel het koppel sturen. Niet met remingrepen, maar met echt aandrijfkoppel. Dat wordt torque vectoring genoemd en zoiets zorgt voor een merkbaar verschil op bochtige trajecten: het buitenste achterwiel duwt de A390 actief de bocht in, waardoor hij lichter aanvoelt dan zijn gewicht doet geloven.
De vermogensuitvoer is helder verdeeld:
- GT: 400 pk, 661 Nm, 0–100 km/u in 4,8 s
- GTS: 470 pk, 824 Nm, 0–100 km/u in 3,9 s
Wat vooral opvalt, is dat de A390 geen storm aan instellingen kent. De rijmodi zijn overzichtelijk en de afstelling verandert vooral de intensiteit van de torque-vectoring, ESC-regels en stuurrespons. Dat zorgt voor een auto die je niet hoeft te “begrijpen”, maar die vanzelf duidelijk maakt wat hij nodig heeft.
Accu: 89 kWh, maar met twee karakteristieken
De A390 gebruikt in alle varianten dezelfde 89 kWh netto NMC-accu, maar de celmodules verschillen:
- GT: LG-cellen, gericht op efficiëntie
- GTS: Verkor-cellen, ontworpen voor hoge vermogensafgifte
Het effect daarvan zie je terug in het laad- en vermogensgedrag. De GTS kan langdurig hoge piekstromen leveren, wat vooral relevant is voor langdurig stevig gebruik zoals bergpassen of circuitsessies.
WLTP-waarden:
- 557 km (20-inch Pilot Sport EV)
- 503 km (21-inch Pilot Sport 4S)
DC-Snelladen:
- 150 kW (GT)
- 190 kW (GTS)
Belangrijker dan die piek is de laadcurve: Alpine geeft een gemiddelde van ruim 120 kW (GT) en ongeveer 140 kW (GTS) tussen 15 en 80 procent. Daarmee hoort de A390 niet bij de absolute toppers, maar wel ruim boven het middensegment.
Normaal AC-opladen:
- 11 kW standaard
- 22 kW optioneel
De Alpine A390 rijdt niet echt bruut, maar verrassend samenhangend
Rijdynamiek is het punt waarop de A390 het meest afwijkt van wat je op basis van zijn lay-out zou verwachten. In plaats van direct en bijterig, voelt hij vooral beheerst en precies. Alpine heeft de veer- en dempkarakteristiek bewust zacht gehouden. De hydraulische einddempers filteren korte oneffenheden weg zonder dat de koets duikt of nadreunt.
Op hogere snelheid ontstaat juist die speelse ondertoon die Alpine beloofde. De korte stuurverhouding helpt, maar het is vooral de manier waarop het achterstel meewerkt die indruk maakt. Je stuurt, geeft gas en voelt hoe de auto zich in de bocht zet zonder drama of correcties. Het maakt de A390 verrassend ontspannen te rijden.
Internationale testers komen tot ruwweg dezelfde conclusie. De auto oogt op papier als een sportieve krachtpatser, maar gedraagt zich meer als een snelle, goed gedempte familieauto met duidelijke Alpine-accents. Een interessante mix die niet schreeuwerig wordt, maar juist rust uitstraalt. Het maakt de A390 tot een zeldzaam type: een elektrische sportfastback die niet constant wil laten zien hoe snel hij is.
Binnen vertrouwde Renault-techniek, maar met een eigen sausje
De basis van het interieur komt bekend voor: Android Automotive, een breed digitaal instrumentarium en een duidelijke routeplanner met accubeheer. Maar Alpine heeft het interieur niet simpelweg overgenomen. De stoelen zijn anders (optioneel Sabelt), de middenconsole is hoger getrokken en de open delen zijn met leer of Alcantara bekleed.
Praktisch blijft de A390 ook. De bagageruimte is met 532 liter ruim genoeg voor gezinsgebruik. De stoelen zitten stevig, de zitpositie is sportiever dan bij veel cross-overs en de zichtbaarheid naar achteren is enigszins beperkt door de schuine achterruit, een logisch gevolg van de fastback-contouren.
Kenmerkend zijn deze stuurwielknoppen:
- RCH (de regeneratie-instellingen)
- OV (gedurende tien seconden extra vermogen)
Het zijn kleine details, maar ze maken wel duidelijk dat Alpine niet zonder humor naar zijn Formule 1-erfgoed kijkt.
Tussen sportief en luxueus in
Met zijn prijs en prestaties begeeft de A390 zich precies in het gebied waar sportieve EV’s en praktische crossovers elkaar ontmoeten. Alpine kiest bewust niet voor het extreme: de A390 hoeft geen Ioniq 5 N te overtroeven in spektakel en ook geen Macan Electric in luxe. In plaats daarvan zoekt hij een middenweg waar vooral wendbaarheid, comfort en een Europese productie-keten het onderscheid maken.
Interessant is dat de A390 voor zakelijke rijders best aantrekkelijk kan worden. De combinatie van actieradius, laadsnelheid en relatief gunstige bijtelling in de komende jaren maakt hem een serieuze kandidaat voor mensen die veel kilometers maken maar wél iets sportiefs willen rijden.
De A390 is zeker geen elektrische A110, maar misschien wel de meest volwassen Alpine tot nu toe
Wie een rauwe, compacte opvolger van de A110 verwacht, moet nog even geduld hebben. De A390 is een andere auto, en misschien juist daardoor een slimme zet voor Alpine. Hij biedt genoeg dynamiek voor enthousiaste rijders, maar tegelijk de rust en ruimte die je nodig hebt als je niet alleen voor jezelf rijdt.
De charme zit niet in extremen, maar in het totaalbeeld. Een sportfastback die niet constant je aandacht opeist, maar wel elke rit leuker maakt dan je zou verwachten. Voor Alpine is dat misschien precies de manier om in het EV-tijdperk voet aan de grond te krijgen.







