Elektrische auto’s zijn alleen geen niche meer, maar een puur massaproduct. Daar weten ze bij de Volkswagen Group alles van. Die wil het universele, schaalbare MEB-platform niet alleen voor middenklassers en middenklasse SUV’s gaan gebruiken, maar ook voor kleinere modellen. Dat zou de ID-reeks voor nog meer mensen bereikbaar maken. Er waren in het verleden al de nodige berichten over kleinere ID-modellen in de media maar het Duitse Automobilwoche lijkt nu over wat concretere informatie te beschikken.
Kleine elektrische modellen van Seat, Skoda en VW
Wat duidelijk is, is dat de Volkswagen Group inderdaad kleinere modellen op de planning heeft staan, die op een aangepaste versie van het MEB-platform komen te staan. De kleinere modellen zijn volgens Automobilwoche niet alleen van Volkswagen zelf, maar ook van Škoda en Seat. En misschien ook wel van Audi. Naar verluidt zal Skoda de modellen gaan ontwikkelen terwijl men de productie onderbrengt in de Seat-fabrieken in Martorell en Pamplona.
Platformen
Op dit moment heeft de Volkswagen Group drie verschillende bodemplaten voor zijn elektrische modellen in gebruik. De platformen van de VW Golf-e, Audi e-tron, Volkswagen e-Up, Skoda e-Citigo en Seat Mii Electric laten we hierbij even buiten beschouwing. Dat zijn namelijk geëlektrificeerde modellen op basis van de universele platformen zoals MLB, MQB of MSB.
MEB-architectuur
Het meest bekende elektrische platform van de Volkswagen Group is natuurlijk de MEB-architectuur waar onder andere de ID.3, ID.4 en ID.5 van Volkswagen gebruik van maken, alsmede de Skoda Enyaq iV, Cupra Born en Audi Q4 E-tron. Men wil dit platform ook aan andere fabrikanten aanbieden. Er is even sprake van geweest dat Fisker het voor de Ocean zou gaan gebruiken, verder zal Ford tienduizenden eenheden van dit platform afnemen om een eigen EV op te bouwen. Ook kondigde Volkswagen aan dat men bezig is met een tweede generatie van dit platform, dat daardoor ook geschikt zou zijn voor V2G.
PPE-architectuur
Dit is het mees recente platform van de Volkswagen Group. Men gebruikt dit voor de grotere en duurdere modellen zoals de Porsche Taycan en de Audi e-tron GT.
SSP wordt de veelzijdige, schaalbare opvolger
Volkswagen maakte een tijdje terug bekend dat het bezig is met een opvolger van het MEB-platform. Die opvolger is de nieuwe SSP-architectuur. Deze wordt zo veelzijdig en schaalbaar dat die ook het grotere, hoogwaardigere PPE-platform zal vervangen. Ook vervangt het, omdat de VW Group naar ‘all-electric’ streeft, op termijn ook de andere universele architecturen.
“Uiterlijk in 2026 zal met het Scalable Systems Platform (SSP) en de E3-software een nieuw tijdperk aanbreken”, aldus VW’s Brandmanager Ralf Brandstätter.
Op aangepast MEB-platform
De eerste eenheden met de SSP-architectuur rollen op zijn vroegst pas in 2026 van de band. Dat duurt nog even. Daarom zal Volkswagen voor de genoemde kleinere modellen een aangepaste versie van het MEB-platform gebruiken. Automobilwoche krijgt het dan ook een update met een krachtiger besturingssysteem. Verder zal men de bestaande componenten (motoren, accucellen) gebruiken.
Hatchbacks, cross-overs en CUV’s
Waar de ‘kleintjes’ van de VW Group (Volkswagen e-Up, Skoda e-Citigo en Seat Mii Electric) nu sterk op elkaar lijken, zal dat bij de nieuwe compacte elektrische modellen niet het geval zijn. Seat komt mogelijk met twee carrosserievarianten, waaronder de Acandra, een compacte cross-over in de stijl van de Audi A1 Citycarver. Zoiets is men ook met de Skoda Elroq van plan, die waarschijnlijk in 2024 wordt gelanceerd. In 2025 zal Volkswagen de ID.1 lanceren. Dit wordt een vijfdeurs CUV (Cross-over Utility Vehicle) in het formaat van de Polo en Taigo. De ID.2 zal qua wellicht nog meer op de Polo lijken. Deze volgt naar verwachting twee jaar later.
Prijs: vanaf 19.000 euro
Het eerste compacte elektrische model komt dus waarschijnlijk over een jaar of drie terwijl de ID.2 pas over een jaar of zes op de weg komt. In die tijd kan (en zal) er ontzettend veel gebeuren op het gebied van e-mobiliteit. De genoemde vanafprijs van 19.000 euro die Automobilwoche nu noemt, is naar onze mening slecht een hele ruwe indicatie.
Die vanafprijs van 19.000 euro is nu nog vrij hoog, vergeleken met de kleine auto’s met verbrandingsmotoren. Maar dat prijsverschil zal steeds geringer worden. Niet alleen omdat elektrische auto’s voortdurend goedkoper worden. De steeds strengere milieuwetgeving vereist een steeds complexere en dus ook duurdere technologie voor verbrandingsmotoren. Dat maakt deze auto’s in verhouding relatief kostbaar, wat sommige fabrikanten zelfs noodzaakt om ze uit het programma te halen.
Soms ontkomen fabrikanten er niet aan om uit te wijken naar hybride systemen. Ook die zijn duurder. Zodoende wordt de stap naar elektrische auto’s een stuk kleiner. Volkswagen wil daarom ook de lagere prijssegmenten blijven bedienen. “De prijs van e-mobiliteit zal op middellange termijn dalen, omdat we extra schaalvoordelen kunnen benutten en zo de elektrisch auto goedkoper kunnen maken dan de auto met verbrandingsmotor”, zei Group CEO Herbert Diess onlangs bij de presentatie van de “New Auto” strategie.