Tesla Model S en Model X krijgen subtiele verbeteringen

De Tesla Model S en Model X kregen onlangs opnieuw een facelift. Geen schokkende vernieuwing, wel een stiller interieur, een iets betere actieradius en subtiele aanpassingen aan de carrosserie. Maar als je anno 2025 ruim een ton uitgeeft aan een elektrische auto: wat koop je dan eigenlijk nog bij Tesla – en wat mis je?

Eerder een verfijning

Tesla noemt het een update, maar eigenlijk is het vooral een verfijning. De uiterlijke aanpassingen zijn minimaal: de voorbumper werd licht gewijzigd om de stabiliteit bij hogere snelheden te verbeteren, en ook de koplampen kregen een subtiele aanpassing. Binnenin valt vooral het verdwijnen van het yoke-stuur op. Dat was ooit bedoeld als futuristische blikvanger, maar keert nu terug naar de optielijst. Standaard krijgen beide modellen weer een normaal rond stuur, wat de dagelijkse bruikbaarheid ten goede komt.

De echte winst zit binnenin. De luchtvering is iets soepeler geworden, de carrosserie kreeg extra dempingselementen, en nieuwe akoestische isolatie zorgt samen met actieve ruisonderdrukking voor een stiller interieur. Het draagt allemaal bij aan meer rust, zeker op de snelweg. Toch is het goed om te beseffen: deze verbeteringen veranderen niets aan het fundament. De accutechniek, het platform en het besturingssysteem blijven nagenoeg gelijk aan de vorige versie uit 2021 – en die techniek is in de basis al meer dan tien jaar oud.

Vernieuwde Tesla Model S en Model X zijn zeker geen sprong vooruit

Op technisch vlak blijft Tesla opvallend behoudend. De Model S en X draaien nog altijd op een 400V-architectuur, terwijl veel concurrenten inmiddels zijn overgestapt op 800V-systemen. Daardoor zijn de laadtijden niet spectaculair korter geworden, en het maximale DC-laadvermogen blijft steken rond de 250 kW. Ook zaken als vehicle-to-load of vehicle-to-grid ontbreken: functies die je bij Hyundai, Kia en zelfs Volkswagen inmiddels wél vindt.

Wie onderweg veel moet laden, of thuis energie wil terugleveren aan het net, mist bij Tesla dus mogelijkheden die elders standaard worden. De accucellen zelf zijn niet vernieuwd, en ook op het gebied van temperatuurbeheer of modulaire opbouw is niets aangepast. Dat is opmerkelijk, zeker in een markt waarin innovaties op accuniveau elkaar snel opvolgen.

Tesla doet geen concessies aan prestaties – de Plaid blijft absurd snel – maar op gebieden die voor veelgebruikers steeds belangrijker worden, zoals laadefficiëntie en integratie met het energiesysteem thuis of op kantoor, lopen de S en X inmiddels duidelijk achter.

Hoe verhouden deze Tesla’s zich tot de rest?

In de prijsklasse boven €100.000 zijn er inmiddels stevige concurrenten. En die bieden op veel vlakken méér:

De Tesla blijft onovertroffen op acceleratie, maar op laadtechniek, modulariteit en connectiviteit lopen andere merken voor. Ook het gebruiksgemak van de Tesla Superchargers is natuurlijk onovertroffen als je een Tesla rijdt.

Voor wie zijn de S en X van Tesla nog interessant?

Tesla richt zich met deze modellen niet meer op de massa. De Model S en X zijn nicheproducten geworden, met een heel beperkte beschikbaarheid én afzet in Europa.

Wie er toch eentje bestelt, kiest vooral voor merkbeleving, snelwegprestaties en de herkenbaarheid van het Tesla-ecosysteem. Maar voor zakelijke rijders of veelladers bieden recentere concurrenten veel meer, zoals kortere laadtijden, bredere accugaranties, modernere connectiviteit. Bovendien is Tesla door de recente uitlatingen van topman Elon Musk allesbehalve onomstreden.

Statussymbool of technologische voorsprong?

Tesla zette zichzelf op de kaart met de Model S. In die tijd – rond 2012 – was deze auto een technologische revolutie. In 2025 is het vooral een icoon. Je koopt nog steeds een snelle, ruime en strak sturende elektrische sedan – maar op veel vlakken is de tijd ingehaald door andere merken met modernere platformen.

Voor wie wil laten zien dat hij ‘early adopter’ was, blijft het een aantrekkelijke verschijning. Ook vanwege het levenslange gratis snelladen bij de Superchargers. Voor wie vooral wil weten “wat koop ik voor mijn geld?”, zijn er inmiddels verschillende betere alternatieven.